De basisvorming bestaat uit één dag (voor- en namiddag) waarin leerkrachten via praktijkvoorbeelden worden gestimuleerd om STEM in de klas toe te passen. De focus ligt op het ontwikkelen van een onderzoekende en reflectieve houding om alle kinderen in STEM te betrekken. Tijdens de sessie wordt ingegaan op de basisprincipes van STEM en onderzoekend leren, evenals de bijbehorende didactiek, ondersteund door voorbeelden uit de klaspraktijk (zoals het maken van tollen of het ontwerpen van parachutes).
De basisvorming wordt vier keer aangeboden (twee keer per semester) en er kunnen per sessie 25 leerkrachten deelnemen.